Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Ook maakte Salomo al de vaten, die voor het huis des HEEREN waren; het [103]gouden altaar, en de gouden [104]tafel, op dewelke de [105]toonbroden waren; 103. Dat is, overtrokken met goud, Ex.30:3, maar anders gemaakt van cederenhout, boven, hfdst.6 vs.20, hetwelk sittimhout genoemd wordt, Ex.30:1. 104. Versta, tafelen in het getal van velen. Want in den tempel van Salomo zijn er tien geweest, 2 Kron.4:8. Zij waren van goud, daarmede van buiten overtogen zijnde, maar van binnen waren zij van hout. Vergelijk Ex.25:23,24. 105. Hebreeuws, broden der aangezichten; zo genoemd niet omdat zij aangezichten hadden, maar omdat zij voor het aangezicht des Heeren, dat is voor het heilige der heiligen lagen. Zie Ex.25:30.